Het verhaal van bombardementen op Deventer tijdens de jaren 1944 en 1945 roept herinneringen op aan de grimmige oorlogsjaren. Martin Meijer, nu 87 jaar, deelt zijn aangrijpende verhaal over de turbulente gebeurtenissen die nog steeds levendig in zijn geheugen staan gegrift.
Als zevenjarige jongen wordt Martin geconfronteerd met het onvoorstelbare. Binnen een tijdsbestek van minder dan twee maanden wordt het huis van zijn familie tweemaal verwoest door de bommen die vallen op Deventer. Een ongeluk van ongekende proporties raakt zijn gezin.
Op 15 december 1944 vindt het eerste bombardement plaats. De woning van de familie Meijer aan de Nieuwe Markt wordt vernietigd, dwingend tot een gedwongen verhuizing.
Het is aangrijpend om te beseffen hoe het lot genadeloos toesloeg bij Martin en zijn dierbaren, temidden van de chaos en vernietiging die Deventer trof tijdens die zwarte oorlogsjaren.
Terwijl Martin zijn persoonlijke ervaring deelt, rijst de vraag of het volledige verhaal van Deventer tijdens die beproefde periode wel voldoende belicht wordt. Zijn getuigenis werpt een schaduw op de complexiteit en de impact van de gebeurtenissen die Deventer voor altijd hebben getekend.
Martin's verhaal spreekt boekdelen en dringt aan op een diepere reflectie op de vergeten verhalen en slachtoffers van de oorlog, die waardevol zijn voor het begrijpen van de geschiedenis van Deventer.