In Deventer is het aantal inwoners dat een beroep doet op Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) voor zaken als huishoudelijke hulp, taxivervoer en mobiliteit voor het tweede opeenvolgende jaar gestegen. Volgens recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft Deventer afgelopen jaar een recordaantal van 8470 WMO-cliënten bereikt, wat aanzienlijk hoger is dan in veertien vergelijkbare gemeenten.
De stijging in het gebruik van WMO-diensten in Deventer is in lijn met een landelijke trend, voornamelijk aangewakkerd door de vergrijzing. Opvallend is dat één op de drie 75-plussers succesvol een beroep doet op de WMO, waarbij Deventer met 3395 oudere inwoners die gebruikmaken van de WMO wederom boven het gemiddelde van vergelijkbare gemeenten ligt.
De betaalbaarheid van de WMO blijft een heet hangijzer in Deventer en andere gemeenten. Een nieuwe regeling vereist nu een eigen bijdrage van personen met een inkomen boven de 40.000 euro per jaar. Dit heeft als gevolg dat ongeveer 31% van de WMO-cliënten in Deventer, wat neerkomt op zo'n 2600 mensen, zelf een financiële bijdrage moet leveren voor de ontvangen ondersteuning.
Met een groeiende vraag naar huishoudelijke hulp via de WMO staan gemeenten voor nieuwe uitdagingen. Personeelstekorten leiden op sommige plekken tot beperkingen in de geboden hulp, waar inwoners mogelijk minder uren zorg ontvangen of zelf hulp moeten inschakelen. Deze diversiteit in WMO-uitvoering kreeg vorig jaar kritiek van internationale instanties.